Shin splints is een verzamelwoord voor diverse klachten aan de binnenzijde van het onderbeen. De benaming is geen diagnose en geeft uitsluitend aan waar de klachten zijn gelokaliseerd. Deze typische overbelastingsblessure wordt vooral gezien bij hardlopers en in sporttakken met veel sprongvormen. Hoe kun je shin splints voorkomen en waar bestaat de behandeling uit?

Welke vormen van shin splints kennen we?

In de volksmond wordt shin splints ook wel springschenen of scheenbeenvliesontsteking genoemd. Om het goed te kunnen behandelen is het belangrijk om te achterhalen wat de oorzaak is om zodoende een diagnose te kunnen stellen. Geaccepteerde diagnoses en vormen van shin splints zijn het Mediaal Tibiaal Stress Syndroom (MTSS), tibiaal stressfractuur en het compartiment syndroom. Deze laatstgenoemde zullen we niet verder bespreken aangezien het onder sporters vrij zeldzaam voorkomt.

Mediaal tibiaal stress syndroom

Het Mediaal Tibiaal Stress Syndroom (MTSS) is de meest voorkomende vorm van shin splints. Het is een stressreactie van het botweefsel dat veroorzaakt wordt door overmatige trekkrachten van de spieren aan de binnenzijde van het scheenbeen. Na verloop van tijd kan er een zwelling ontstaan. Overige symptomen zijn een zeurende en vermoeide pijnsensatie in het scheenbeen en lokale drukgevoeligheid.

Risicofactoren

Deze blessure komt vooral onder hardlopers frequent voor. Ongeveer 15% van alle hardloopblessures valt in de categorie ‘Mediaal Tibiaal Stress Syndroom’. De meest dominante risicofactoren zijn overgewicht, overmatige beweeglijkheid in de heup en het enkelgewricht en een positieve ‘navicular drop test’. Uit onderzoek blijkt dat hardlopers die positief op deze test scoorde vaak ook verzwakte intrinsieke voetspieren hadden. Deze spieren zijn belangrijk om de voet stabiel te houden.

Sporters bij wie eerder het Mediaal Tibiaal Stress Syndroom is gediagnosticeerd hebben een verhoogde kans op herhaling van deze klacht. Vrouwen zijn het meest gevoelig voor deze blessure. Dit komt onder meer doordat vrouwen andere bewegingspatronen hebben dan mannen waardoor er meer druk het scheenbeen ontstaat. Onderstaand een opsomming van alle risicofactoren:

  • Slechte trainingsopbouw
  • Vrouwelijk geslacht
  • Meerdere jaren hardloopervaring
  • Overbelasting door te intens, te lang of te vaak sporten
  • Verhoogde Body Mass Index (overgewicht)
  • Verminderde beweeglijkheid in de heupen of juist hypermobiliteit
  • Routinematig gebruik van steunzolen
  • Bewegingsbeperking of een overmatige beweeglijkheid van het enkelgewricht
  • Gebrekkige looptechniek
  • Beenlengteverschil
  • Spierkrachtverlies van de kuitspieren
  • Een verleden met deze blessure
  • Zwakke achillespezen
  • Overpronatie
  • Positieve ‘navicular drop test’

Overpronatie ontstaat wanneer de voet tijdens het afwikkelen overmatig naar binnen gekanteld staat. Dit kan vele oorzaken hebben, waaronder een aangeboren voetafwijking. Het gevolg hiervan is dat de trekkrachten op enkele onderbeenspieren toeneemt. Hierdoor ontstaat er meer belasting op de aanhechtingspunten en raakt de aanhechting van de spier en het scheenbeenvlies geïrriteerd en vervolgens overbelast.

Behandeling van MTSS

Deze blessure vergt veel geduld van een sporter. Onderzoek laat weten dat het in de meest gunstigste situatie na ongeveer 3 maanden herstelt, maar afhankelijk van de ernst en de behandeling kan het zelfs 10 maanden duren. Wanneer MTSS niet goed behandeld wordt kan het zelfs uitmonden in een stressfractuur (vermoeidheidsbreuk) van het scheenbeen.

MTSS is op diverse manieren te behandelen. Een algemeen trainingsprogramma wat gericht is op kracht, coördinatie en flexibiliteit heeft geen enkel (preventief) effect. Het is belangrijk om de behandeling zo specifiek mogelijk in te zetten en dit af te laten hangen van de aanleiding die de blessure heeft veroorzaakt. De onderstaande behandelingen en adviezen hebben aangetoond effectief te zijn:

  • Massage van de kuitspieren om zodoende de trekspanning te verminderen
  • Specifieke spierversterkende oefeningen voor de kuitspieren
  • Verbeteren van je looptechniek
  • Je trainingsopbouw evalueren
  • Rekoefeningen voor de kuitspieren
  • Binnen de pijngrens alternatieve vormen van belasting zoals fietsen of zwemmen
  • Tijdelijk gebruik van corrigerende sportzolen, mits er een afwijking is waargenomen

Tibiaal stressfractuur

Het woord Tibiaal is afkomstig van Tibia, wat in het Latijns scheenbeen betekent. Deze sportblessure wordt gekenmerkt door microscheurtjes in het botweefsel als gevolg van overbelasting. Hoewel deze onderbeenblessure voornamelijk in het scheenbeen voorkomt kun je het ook in je kuitbeen en zelfs in beide beenderen gelijkertijd ervaren.

In ruim de helft van de stressfracturen in het scheenbeen voelt men de pijn in het onderste derdedeel en in 30% van de gevallen in het middenstuk. In het bovenste gedeelte van het scheenbeen wordt de pijn het minst vaak gevoeld. Het kenmerkende verschil tussen het Mediaal Tibiaal Stress Syndroom en een tibiaal stressfractuur is dat bij een stressfractuur de pijn tijdens belasting juist verergert en bij MTSS juist afneemt of gelijk blijft.

Symptomen

In een vergevorderd stadium zal er op het botweefsel van het scheenbeen oneffenheden te voelen zijn op de plaats waar je de pijn voelt en is zelfs wandelen al storend. Andere symptomen zijn een toename van pijn tijdens belasting en met name bij springen en hinkelen. Ook een kloppend gevoel aan de rand van het botweefsel en een lokaal warm gevoel zijn typische symptomen die bij een tibiaal stressfractuur horen.

Aan het begin van een sportseizoen zullen de spieren, pezen en botten moeten wennen aan de belasting. Voer de belasting geleidelijk op. Het menselijk lichaam kan veel en zware fysieke arbeid verrichten, mits je het lichaam de tijd gunt om zich aan de verhoogde belasting aan te passen. Er zijn tal van factoren die een rol spelen in de ontstaanswijze van een tibiaal stressfractuur. Onderstaand een uiteenzetting daarvan:

  • Sporters bij wie in het verleden eerder deze diagnose gesteld is
  • Een gebrekkige looptechniek
  • Overgewicht
  • Beenlengteverschil
  • Lagere botmineraaldichtheid (blanken zijn hier gevoeliger voor dan donkere mensen)
  • Spierkrachtverlies in de kuiten
  • Menstruele cyclus is tevens een mogelijke oorzaak

Behandeling van een stressfractuur

De meerderheid van de stressfracturen herstelt zich binnen 8 weken, maar dit is uiteraard wel afhankelijk van hoe je met de klachten omgaat en waar de behandeling uit bestaat. Om herhaling van de deze blessure te voorkomen is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan de ontstaanswijze. Wanneer je de behandeling teveel richt op het bestrijden van de symptomen zal dit het herstel vertragen.

Fase 1
Als sporten inmiddels onmogelijk is geworden dan is het aan te raden om enkele weken van sport te veranderen om de druk van het botweefsel te halen. Je kunt bijvoorbeeld gaan zwemmen of fietsen zodat je evengoed je conditie op peil kunt houden. Als je na ongeveer twee weken pijnvrij kunt snelwandelen dan mag je geleidelijk in de volgende fase de belasting verder opvoeren om het botweefsel en spieren aan te sterken.

Fase 2
In deze fase ligt de focus op het spieruithoudingsvermogen van de omringende spieren. Hierbij kun je denken aan balansoefeningen en wandeltraining. Doe dit 3-4 dagen per week met telkens één rustdag ertussen. Daarnaast kun je uiteraard ook aandacht besteden aan je bovenlichaam om bijvoorbeeld je rompspieren te versterken. Een interessante toevoeging op de behandeling kan Shock Wave Therapie zijn. Er zijn aanwijzingen dat deze therapievorm het herstel enigszins kan versnellen.

Fase 3

Als het herstel volgens protocol verloopt dan mag je na 5-6 weken weer rustig het hardlopen hervatten. Ter overbrugging kun je ook eventueel starten op de crosstrainer. Begin rustig met joggen en bouw de duur en de intensiteit geleidelijk op. Mochten de adviezen onvoldoende soelaas bieden dan raden we je aan om contact met een sportarts op te nemen of een bezoek te brengen aan een fysiotherapeut.

Referenties:

Scand J Med Sci Sports. 2010 May 12.

Can orthotic insoles prevent lower limb overuse injuries? A randomized-controlled trial of 228 subjects.

 

Leamor Kahanov,1 Lindsey E Eberman,2 Kenneth E Games,2 and Mitch Wasik2 Diagnosis, treatment, and rehabilitation of stress fractures in the lower extremity in runners Published online 2015 Mar 27.

 

Phil Newman, Jeremy Witchalls, Gordon Waddington, and Roger Adams Risk factors associated with medial tibial stress syndrome in runners: a systematic review and meta-analysis Published online 2013 Nov 13.

 

K.Hamstra Kellie C Huxel Bliven Curt Bay Risk factors for medial tibial stress syndrome in physically active individuals such as runners and military personnel: A systematic review and meta-analysis September 2014

 

Marinus Winters Michel Eskes Adam Weir Eric W P Bakker Treatment of Medial Tibial Stress Syndrome: A Systematic Review December 2013 

 

J Athl Train. 2008 May-Jun;43(3):316-8.

Medial tibial stress syndrome: evidence-based prevention.

 

Curr Rev Musculoskelet Med. 2009 Oct 7;2(3):127-33.

Medial tibial stress syndrome: conservative treatment options.

 

Foot Ankle Spec. 2010 Feb;3(1):15-20. Epub 2009 Dec 18.

Use of foot orthoses and calf stretching for individuals with medial tibial stress syndrome.

 

Sports Med. 2009;39(7):523-46.

Medial tibial stress syndrome: a critical review.

 

Am J Sports Med. 2008 Apr;36(4):663-70. Epub 2008 Mar 12.

Prevention of overuse injuries by a concurrent exercise program in subjects exposed to an increase in training load: a randomized controlled trial of 1020 army recruits.

 

Med Sci Sports Exerc. 2009 Mar;41(3):490-6.

Contributing factors to medial tibial stress syndrome: a prospective investigation.

 

J Am Podiatr Med Assoc. 2008 Nov-Dec;98(6):436-44.

Biomechanical risk factors in the development of medial tibial stress syndrome in distance runners.

 

J Am Podiatr Med Assoc. 2010 Mar-Apr;100(2):121-32.

Anatomical and biomechanical assessments of medial tibial stress syndrome.

 

J Sci Med Sport. 2007 Dec;10(6):356-62. Epub 2007 Mar 1.

Endurance of the ankle joint plantar flexor muscles in athletes with medial tibial stress syndrome: a case-control study.

 

J Orthop Sports Phys Ther. 2010 Feb;40(2):59-66.

Distinct hip and rearfoot kinematics in female runners with a history of tibial stress fracture.

 

Clin Biomech (Bristol, Avon). 2010 May;25(4):372-7. Epub 2010 Jan 22.

Effects of running speed on a probabilistic stress fracture model.

 

Med Sci Sports Exerc. 2009 Dec;41(12):2145-50.

Bone geometry, strength, and muscle size in runners with a history of stress fracture.

 

Med Sci Sports Exerc. 2009 Dec;41(12):2177-84.

Effects of stride length and running mileage on a probabilistic stress fracture model.