Is topsport gezond en wat doet het met je lichaam?
Topsporters willen graag maar één ding: het uiterste uit het getrainde lichaam halen. Alles wat tijdens de training is opgebouwd moet er tijdens de wedstrijd uitkomen. Waar een krachtsinspanning toe leidt weet een sporter pas achteraf, maar op het moment van een piekbelasting wordt het maximale van het bewegingsapparaat gevraagd. We gaan in op de vraag in hoeverre topsport gezond is.
Is topsport goed of juist slecht voor je?
Het is moeilijk te zeggen of topsport per definitie gezond of ongezond is. Dit is per sporter verschillend en het ligt er ook aan hoe een topsporter begeleid wordt. Omdat een sporter graag zijn fysieke grenzen opzoekt en soms ook deze grens overschrijdt, kun je stellen dat topsport niet altijd gezond is. Maar als je het op een verantwoorde manier aanpakt met voldoende herstel dan kan topsport heus wel gezond zijn.
Het is niet schadelijk als een topsporter enkele keren over zijn grenzen heen gaat, maar als dit frequent gebeurt en de fysieke grenzen worden ook nog langdurig overschreden dan kunnen er blessures optreden of zelfs hartritmestoornissen ontstaan. Met goede sportmedische begeleiding kun je de kans op veel fysieke ongemakken verkleinen. Veel topsporters zijn onderdeel van een team waar medisch begeleiding een vast onderdeel van is.
Moeilijke keuzes
Bij dreigende overbelasting of (verergering) blessure zal de medische staf een advies uitbrengen, maar de eindverantwoordelijkheid ligt bij de sporter zelf. Een sporter met fysieke klachten kan met een belangrijke wedstrijd of toernooi voor de boeg besluiten om de pijn te verbijten en/of voor pijnstilling te kiezen. Dit kan op termijn het herstel in de weg staan en zelfs nadelig uitpakken voor de rest van de sportcarrière. Het is soms maar de vraag of het verstandig is om de sporter de uiteindelijke beslissing te laten nemen wanneer er grote belangen zijn.
Bovendien wordt er in de topsport meestal naar de korte termijn gekeken en wordt er amper rekening mee gehouden of een besluit ook verstandig is voor na zijn carrière. Een topsporter wil na een blessure zo snel mogelijk weer zijn sport bedrijven en soms worden daarbij risico’s genomen, vooral als er grote belangen in het spel zijn. De mogelijke gevolgen van de risico’s neemt men dan voor lief, en de vraag wat de gezondheidsrisico’s voor het lichaam zijn als men de middelbare leeftijd heeft bereikt wordt vaak niet gesteld. Niet voor niets hebben relatief veel voormalig topvoetballers een nieuwe heup of knieprothese.
Medisch onderzoek
Soms wordt de sportwereld opgeschrikt door het overlijden van een topsporter. Daar zitten soms ook jonge sporters tussen die pas aan het begin van hun topsportcarrière staan. Waar ligt dat aan? Het antwoord daarop is nogal gecompliceerd. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan de genen, erfelijke factoren, het gebruik van de verkeerde middelen en een te lage hartslag (met als gevolg hartritmestoornissen).
Over het algemeen worden sporters in de topsport gescreend en wordt er gekeken of ze bijvoorbeeld een aangeboren hartafwijking hebben. Met name donkere jongens hebben een verhoogde kans op hartaandoeningen.
Indien er lichamelijke afwijkingen worden geconstateerd dan wordt er eerst nagegaan of het lichaam geschikt is voor topsport. Op medisch gebied is niet alles mogelijk, maar wel veel. Als je een sporters op medisch gebied goed volgt dan zit er misschien toch nog een topsportcarrière in. Als op jonge leeftijd worden getalenteerde sporters door de medische molen gehaald, zodat je eerder kunt detecteren of er afwijkingen aanwezig zijn en of er een oplossing voorhanden is.
Rust is evenzo belangrijk als trainen
Een valkuil voor sommige sporters is dat vaker trainen niet altijd tot betere prestaties leidt. Sterker nog, het kan soms zelfs averechts werken en leiden tot overtraining. Vaker is niet altijd effectiever. Het gaat bij trainen niet om de kwantiteit om de kwaliteit van een trainingsprikkel. Je kunt best de dag na een zware training of wedstrijd gaan trainen. Deze training staat dan in het teken van het herstel en mag niet intensief zijn. Rust en hersteltrainingen zijn evenzo belangrijk als een training.
De meeste topsporters zijn serieus met hun beroep bezig en hebben er veel voor over om de absolute top te bereiken. Hier hoort wel een bepaalde leefstijl bij. Wanneer een sporter te weinig rust neemt en andere gezondheidsadviezen aan zijn laars lapt dan zal dat zijn weerslag hebben op de prestaties. Topsporters die zich niet aan de leefstijlregels houden zullen waarschijnlijk nooit hun volledige potentie benutten en de top bereiken.
Trainingszone
Topsporters houden tijdens trainingen hun hartslag goed in de gaten. De hartslag geeft een goede indruk of je een goede trainingsprikkel krijgt of dat je juist overbelast dreigt te raken en misschien zelfs overtraind raakt. Het is belangrijk om in de juiste zone te trainen. Niet te zwaar, maar ook niet te licht. Een goede sporter die al lang meedraait en zijn lichaam al goed kent, die heeft dat hulpmiddel niet altijd nodig. Uit ervaring voelen ze aan of ze in de juiste trainingszone zitten, zonder dat ze de nadelen ervan ervaren.
Wat zijn de positieve effecten van het trainen?
Trainen heeft veel positieve effecten, zowel voor recreanten als topsporters. Je traint je hart en je bloedvaten waardoor je hartspier sterker wordt en efficiënt met de zuurstof omgaat. Je hartslag daalt en per hartslag pomp je meer bloed uit. Alle orgaansystemen hebben een gunstig effect als gevolg van regelmatig sporten. Als voorbeeld nemen we het darmkanaal. In de topsport zijn er maar weinig sporters met obstipatie want door voldoende beweging creëer je een regelmatige stoelgang.